Ineens, een dag later, springen de tranen me echt in de ogen.
Dick Bruna is dood, las ik gisteren. Och jee, dacht ik, die lieve meneer Bruna. Van Nijntje. Wat jammer. Ik zuchtte even en dat was het.
Vandaag denk ik aan de boekjes die ik voorlas. Aan de middagen op de grond, tussen mijn werk door, tussen twee kindjes die even een verhaaltje wilden. Aan de avonden op een bedrand, zo voor het slapengaan. Met een vol hoofd, de was net in de machine gepropt, de deadlines tikkend, de keuken ontploft. Mama, één verhaaltje nog. Oké. Eén verhaaltje nog.
En daar begon de magie. Want al op de eerste bladzijde nam de zorgeloosheid het over van de waan van de dag. De eenvoud, het ritme, de verrassende voorspelbaarheid en de voorspelbare verrassing van een kinderkonijnenbrein. Ze doen glimlachen. Daar, op die bladzijden Nijntje, binnen de lijntjes, daar klopt alles. En dat is heerlijk. Voor kinderen, maar ook voor volwassenen met ontplofte keukens, tikkende deadlines, volle wasmachines en dito hoofden.
Rust. Vrolijkheid. Relativering. Eenvoud. Dat gaf hij me, die man met zijn konijntje. Alsof er zomaar een eekhoorntje op de bedrand kwam zitten en een mopje kwam vertellen. Dankuwel, Dick Bruna. Ik huil dankbaar om wat u gaf.
alles rijmt op elke bladzij
bloemen zijn er rood of geel
aan ’t einde zijn er koekjes
mag ik
beste meneer Bruna
even wonen in uw boekjes